maandag 29 september 2008

Hard lopen, maar dan... heel hard



Ik heb gefietst, geschaatst op natuurijs, op straat gevoetbald, gebadmintond en op de camping in Frankrijk gejeudebouled en getafeltennist (of is het: tafelgetennist?). Maar de meeste sporten ken ik toch vooral van televisie. Prestaties van topsporters dwingen dan best respect af, maar je enige voorstelling maken van hoe groot zo'n prestatie is... da's toch lastig. Hoe bijzonder is nu eigenlijk dat snelle rondje van die schaatser, als je jezelf nooit hebt toegelegd op het trainen op zo'n rondje.

Afgelopen zondag heeft Haile Gebrselassie (35) uit Ethiopië in de Marathon van Berlijn zijn eigen wereldrecord verbroken. Het nieuwe record staat op 2:03:59 uur, 27 seconden sneller dan het vorige. Gebrselassie liep daarmee ruim twee uur in een gemiddelde snelheid van 20,42 kilometer per uur.

Met mijn recente ervaringen in het trainen voor de marathon van New York, daarbij voortdurend over mijn prestaties geïnformeerd door een GPS-horloge, kan ik voor het eerst de werkelijke betekenis begrijpen van een ultieme sportprestatie, zoals die van Gebrselassie. 20 kilometer per uur is voor mij een piekmoment in de kortste sprint met directe verzuring en veel pijn als beloning. Gebrselassie hield het ruim twee uur vol!

In het begin van mijn training kon ik nog wel eens m'n PR met tien minuten verbeteren op een lange duurloop. Nu al worden verbeteringen kleiner en kleiner: een tiende per uur sneller, een minuutje eraf. Gebrselassie loopt waarschijnlijk al ruim 30 jaar van zijn leven en nóg weet hij zich te verbeteren.

Prestaties van goede lopers krijgen voor mij nu betekenis. Da's een leuke bijkomstigheid van dit grote avontuur.

(Foto: Daily Mail)

Geen opmerkingen: